Algemene informatie

Projectomschrijving

Jaarlijks wordt een Uitvoeringsprogramma Mobiliteit (UPM) vastgesteld waarin de maatregelen staan die uitgevoerd worden om de doelen van de Mobiliteitsvisie Haarlemmermeer (2018.0065348) te bereiken. Met het vaststellen van de Mobiliteitsvisie en de Onderzoeks-en Investeringsagenda Mobiliteit Haarlemmermeer 2020-2023 (2019.0034528) is het integrale beleids- en monitoringscyclus op het gebied van mobiliteit met ingang van 2020 vastgesteld.

De mobiliteitsvisie en de investeringsagenda kennen de volgende ambities:

• vrijheid van bewegen en vrijheid om een vervoermiddel te kiezen;

• ruimte voor innovatie voor het ‘nieuwe bewegen’;

• een efficiënt en flexibel mobiliteitssysteem: klaar voor de toekomst;

• bestaande knelpunten in het netwerk oplost;

• mobiliteit met oog voor de leefomgeving;

• veilig bewegen;

• evenwichtige ontwikkeling op de juiste plek, met de juiste functies. Elk knooppunt zijn eigen kleur;

• mobiliteit in Haarlemmermeer een gedeeld belang van gemeente, regio, Rijk en het bedrijfsleven;

• faciliteren van schone en stille mobiliteit.

De gemeente heeft een uitdagende opgave ten aanzien van verkeer en vervoer. Mobiliteit is van vitaal belang voor het functioneren van Haarlemmermeer. We zijn nu een goed bereikbare gemeente. Of het nu per auto, fiets, openbaar vervoer of een combinatie van vervoerswijzen is, de waardering voor de verbindingen is hoog. Dat is een groot goed wat mede zorgt voor de economische slagkracht van deze gemeente én de aantrekkelijkheid van onze gemeente voor haar inwoners.

Het Uitvoeringsprogramma Mobiliteit 2020/2021 (2020.0000840), het Uitvoeringsprogramma Mobiliteit 2022 (2021.0000843) en het Uitvoeringsprogramma Mobiliteit 2023 zijn op basis van de investeringsagenda vastgesteld en geven aan welke concrete maatregelen we gaan nemen.

Actuele ontwikkelingen

Projecten binnen het UPM zijn regelmatig aan verandering onderhevig. Het Uitvoeringsprogramma mobiliteit 2023 is samen met de Voorjaarsrapportage 2022 vastgesteld. Met deze vaststelling hebben bijstelling uit eerdere uitvoeringsprogramma’s plaatsgevonden.

Projecten binnen het Uitvoeringsprogramma mobiliteit kennen verschillende doorlooptijden en soms grote afhankelijkheden.

We zien dat het halen van de planning een zwak punt is binnen de uitvoering van het UPM. Samenhang met andere trajecten en prioriteiten bij andere overheden spelen ook dit jaar een belangrijke rol bij de vertraging van projecten. Zo hangt de Sloterbrug samen met de besluitvorming over de verkeersafwikkeling in Amsterdam en is uitvoering van het fietspad Perenlaantje gekoppeld aan het traject voor de woningbouw van Lisserbroek.

Daarnaast zien we ook dat de provincie Noord-Holland te weinig capaciteit heeft om alle afgesproken projecten in uitvoer te brengen en ook andere prioriteiten stelt. Wel ziet de provincie mogelijkheden om het traject Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) Fokkerweg weer op te pakken. Het project van de Cruquiusbrug heeft wat vertraging opgelopen door de gestegen kosten, maar is nu weer voortvarend opgepakt door de provincie.

Gelukkig zien we ook op veel projecten wel voortgang. De herinrichting van de Kamerling Onneslaan en de R. Kochstraat in Badhoevedorp is afgerond, net als de aanpassing van de Beurspleinrotonde, de onderdoorgang knooppunt A4/A9 en HOV Amsterdam – Schiphol Zuid (HOVASZ). Voor de HOVASZ is afgesproken dat we een bedrag van € 277.000 kunnen verhalen op de provincie Noord-Holland. Met zowel de uitgaven als inkomsten was geen rekening gehouden. Er was reeds een krediet van € 1.010.000. De extra inkomsten en uitgaven worden nu geraamd.

Rotonde Beursplein

Het UPM gaat in veel gevallen uit van een cofinanciering van andere partijen. Er is een krediet beschikbaar van € 250.000 voor het aandeel van onze gemeente in de totale kosten en daarnaast is rekening gehouden met een bijdrage van € 300.000 van de Vervoerregio Amsterdam (VRA). Niet altijd lukt het om deze bedragen zeker te stellen. Voor de Beurspleinrotonde is deze niet tijdig aangevraagd bij de VRA waardoor deze niet toegekend wordt. De kosten zijn daarbij lager uitgevallen dan de bijdrage van de VRA waar rekening mee was gehouden, waardoor een aanvullend krediet van € 163.000 nodig is.

Ook hebben we een flink aantal knelpunten kunnen oppakken. De werkzaamheden aan de F200 zijn verder opgepakt en voor de tijdelijke maatregelen aan de Rijnlanderweg/ Nieuwe Bennebroekerweg is een inspraakprocedure doorlopen en afspraken gemaakt over de verdeling van de kosten. Samen met SADC wordt het project nu verder voorbereid zodat wanneer het nodig is de maatregelen ook uitgevoerd kunnen worden. De verkeersstructuurplannen (VSP’s) voor Nieuw-Vennep en Hoofddorp zijn op 16 september dit jaar vrijgegeven voor inspraak. Voor de HOV-verbinding Noordwijk – Schiphol in Lisserbroek is een realisatieovereenkomst getekend en het project wordt verder uitgewerkt.

Voor de S106 is (deels) rekening gehouden met de voorbereidingen voor het aanleggen van een fietspad en kruispunt/rotonde (hierna rotonde). Naast de benodigde aanpassing aan de rotonde is er nog geen fietsverbinding parallel langs de S106. Deze niet aanwezige verbinding staat in het gemeentelijk hoofdfietsroutenetwerk als toekomstig gewenste verbinding. De fietsverbinding zal in de huidige planvorming met een tunneltje onder de rotonde aansluiten op het bestaande fietsnetwerk. Daarmee zijn de benodigde reconstructie van de rotonde en de aanleg van het fietspad onlosmakelijk met elkaar verbonden. Om werk met werk te kunnen maken stellen wij voor deze beide componenten onder één (gezamenlijk en niet twee losse) project(en) onder te brengen. De komende tijd zijn we met verschillende partijen in gesprek over de totale raming om dit project te kunnen financieren. Het project kent diverse dekkingsbronnen. De gemeente Amsterdam, UPM, de Vervoerregio en de grondexploitatie van Badhoevedorp. Als alle kosten en dekkingsbronnen helder zijn, wordt de raad in een separaat voorstel om krediet gevraagd voor de uitvoering.

Nieuwe Bennebroekerweg (NBBW)

Op 25 mei 2020 heeft Provinciale Staten van Noord-Holland ingestemd met de voordracht van Gedeputeerde Staten om 'In te zetten op het opwaarderen van de (Nieuwe) Bennebroekerweg vanaf de aansluiting A4 met een toekomst vaste aansluiting op de N205'. Provincie Noord-Holland en de Vervoerregio Amsterdam werken hier samen met ons aan. Daarvoor sluiten we nu een tweede samenwerkingsovereenkomst af met de hierboven genoemde partijen voor de volgende fase: de planuitwerkingsfase. De investering voor de uitvoering hiervan, gefaseerd over twee jaar, wordt geraamd op in totaal € 1,9 miljoen. Met de dekking voor ons nettodeel € 0,218 miljoen (11,5%) is in het investeringsplan rekening gehouden.

Voor de resterende investering van € 1,682 miljoen geldt dat deze gedekt wordt uit de bijdragen van de provincie Noord-Holland (64%) en de Vervoerregio Amsterdam (24,5%). Hier is nog geen rekening mee gehouden in het vastgestelde investeringsplan.
De inflatie is op dit moment fors. Om deze reden is besloten de investeringsprojecten te indexeren op basis van het Centraal Economisch Plan (CEP) dat in maart 2022 door het CPB is gepubliceerd. Zij gaan uit van een prijsstijging voor overheidsinvesteringen van 7,2% in 2022. Dit geeft een stijging van de verwachte kosten met € 635.000. Hiervoor wordt een aanvullend krediet aangevraagd.

Kansen en risico’s

Er lopen veel gebiedsontwikkelingen binnen de gemeente. Bij deze ontwikkelingen is de ontsluiting van groot belang. Hier is aandacht voor. Al deze ontwikkelingen samen geven ook een druk op het bestaande gebied. Voor Hoofddorp en Nieuw-Vennep worden nu verkeersstructuurplannen (VSP's) opgesteld. Hier zullen maatregelen uit komen, deze zijn nu nog niet bekend. In het UPM is een bedrag opgenomen om met de uitvoering van de VSP’s te kunnen starten, echter waarschijnlijk zullen de uiteindelijke kosten hoger liggen.

Gevraagde beslissingen

1. Voor de HOVASZ een aanvullend krediet van € 0,277 miljoen beschikbaar te stellen en deze te dekken door een bijdrage van de provincie Noord-Holland.

2. Voor de NBBW een aanvullend krediet van € 1,682 miljoen beschikbaar te stellen en deze te dekken door bijdragen van provincie Noord-Holland (€ 1,214 miljoen) en de Vervoerregio Amsterdam (€ 0,466 miljoen).

3. In verband met de hoge inflatie een aanvullend krediet beschikbaar te stellen voor de NBBW van
   € 0,635 miljoen en de bijbehorende kapitaallasten te dekken uit de stelpost indexatie investeringen.

4. Voor de Beurspleinrotonde een aanvullend krediet van € 0,163 miljoen beschikbaar te stellen vanwege weggevallen cofinanciering.

5. In te stemmen met de bijstelling van de ramingen volgens onderstaande tabel.