In het Meerjarenperspectief Investeringen (MPI) wordt twee keer per jaar gerapporteerd over de voortgang van de investeringen waar de raad een krediet voor heeft geautoriseerd. Het MPI gaat over investeringen van de gemeente, onder andere op het gebied van infrastructuur, scholen en dorpshuizen. Het MPI wordt twee keer per jaar gelijktijdig met de voor- en najaarsrapportage aan de raad aangeboden. Met behulp van het MPI komt de raad beter in positie om zijn controlerende taak uit te voeren en wordt de sturing op investeringen versterkt.
Het MPI geeft inzicht in de voortgang en bijstelling van investeringen van € 2,0 miljoen en hoger. In het hoofdstuk ‘Overige investeringen en kredietaanpassingen’ zijn ook de bijstellingen van investeringen die verbonden zijn aan een grondexploitatie opgenomen. Rapportage over de investeringen in (voorbereidende of actieve) grondexploitatieprojecten vinden plaats in het (tussentijds) Meerjarenperspectief Grondzaken ((t)MPG).
Indien een investering minder dan € 2,0 miljoen bedraagt maar grote risico’s met zich meebrengt, dan wordt deze investering ook nader toegelicht. Door deze vorm van kredietbewaking wordt geanticipeerd op de verwachte overschrijdingen en onderschrijdingen op investeringskredieten. Hiermee verhogen wij de mate van rechtmatigheid en getrouwheid op bestedingen in projecten. Het MPI najaar 2021 heeft als standlijn 31 augustus 2021.
Nog te autoriseren kredieten en begrotingseffecten
Om de sturingsmogelijkheden van de raad te verbeteren is een afzonderlijk overzicht in bijlage 1 opgenomen met daarin de kredieten waar de raad in een eerder vastgesteld P&C-product al kennis van genomen heeft, maar die nog niet geautoriseerd zijn. Voor deze investeringen geldt dat nog besloten kan worden deze niet uit te voeren, waardoor de geraamde budgettaire lasten vrijvallen. Voor al lopende investeringen geldt dit niet, immers de beslissing tot investeren is al gedaan en daarmee is er geen mogelijkheid meer om de lasten niet te ramen.
In de beleidsnotitie Planning- en controlcyclus 2017 (2017.0040561) is beschreven wat de werkwijze is voor het opnemen van nieuwe uitbreidings- of vervangingsinvesteringen in het investeringsplan, waarbij het uitgangspunt is dat de raad zijn kaderstellende rol op het gebied van investeringen kan invullen en keuzes kan maken.
Voor eventuele (bij)sturing is een aantal momenten van belang:
- Voorjaarsrapportage: reserveren budgetruimte voor kapitaal- en exploitatielasten van voorgenomen nieuwe investeringen.
- Programmabegroting: voor het autoriseren van investeringen tot € 2 miljoen die starten in het nieuwe begrotingsjaar, én in uitzonderingsgevallen voor het autoriseren van nieuwe investeringen die niet voorzien waren bij de voorjaarsrapportage.
- Tussentijds separaat raadsvoorstel: voor het autoriseren van grote investeringen (€ 2 miljoen en hoger), óf voor het autoriseren van investeringen in spoedeisende gevallen. Een spoedeisende investering is altijd Onvermijdbaar, Onuitstelbaar en Onvoorzienbaar.
Samenhang planning- en controlcyclus
Het MPI najaar 2021 is gelijktijdig met de Najaarsrapportage 2021 opgesteld. In het MPI wordt over de lopende investeringen en investeringsprojecten gerapporteerd. In dit MPI is het uitgangspunt de stand van het investeringsplan 2021-2024 zoals opgenomen in de Programmabegroting 2021-2024 waarop eventuele mutaties uit het MPI najaar 2020, de Jaarstukken 2020, het MPI voorjaar 2021, de Voorjaarsrapportage 2021 en de Programmabegroting 2022-2025 volgen. Dit leidt tot een bijgestelde stand van het investeringsplan. Deze stand wordt gebruikt voor de raming van de kapitaallasten en eventueel exploitatielasten in de Najaarsrapportage 2021. De gevolgen voor de lasten in 2022 en verder worden meegenomen in de Voorjaarsrapportage 2022. Daarmee is het MPI een onderdeel van de gemeentelijke planning- en controlcyclus. Gezien deze werkwijze is het logisch dat volgtijdelijk eerst het MPI wordt vastgesteld en daarna de Najaarsrapportage 2021.
Integraal Huisvestingsplan onderwijs (IHP)
Door de raad is het Integraal Huisvestingplan 2.0 onderwijs (IHP 2.0) vastgesteld. Investeringskredieten gerelateerd aan onderwijshuisvesting van € 2 miljoen en hoger worden separaat in het MPI opgenomen, nadat de raad de betreffende kredieten heeft geautoriseerd.